Morgen is mijn vriendin Julia jarig. Als ik mijn zegeningen tel, is Julia in mijn toptien. Ze was en is er altijd. We wonen 200 km van elkaar, maar dat is geen enkel obstakel in mijn gevoel voor haar; onze band is in de loop der jaren steeds hechter geworden. We kennen elkaar via onze mannen, die bevriend zijn sinds de kleuterschool, dus zij winnen in het aantal jaren.
Julia en haar man Frans zijn echte zonaanbidders en vertrekken dus vaak na haar verjaardag voor langere tijd naar Frankrijk.
Een andere zegening zijn kleinkinderen. Het is langzamerhand een traditie geworden dat de familie met Pasen bij ons bivakkeert. De dagen voor Pasen logeren Roos en Merel bij ons om te helpen alles in orde te brengen voor het grote feest. Er moeten eieren versierd worden en sinds Merel kan schrijven, verzorgt zij de naamkaartjes bij de borden en de tafelschikking. Dus geen kinderen naast pappa en mamma. De kinderen roepen "spring" en wij vragen "hoe hoog?".
Vorig jaar wisten ze niet meer waar ze alle eieren verstopt hadden, dus heeft Roos een plattegrond van de tuin gemaakt, waarop de verstopte eieren aangetekend werden.
Zondag kwam Willem en die mocht van zijn nichtjes de eieren zoeken. We missen één ei, maar we verdenken Jan, een van onze honden, ervan dat hij ook gezocht en gevonden heeft.